Gladheidscoördinator Jan Schouten (junior) belt op vrijdag 5 februari zijn mannen op: ‘Er is sneeuw en vrieskou op komst, morgen om 15.00 uur verzamelen’. De mannen monteren de strooimachines en schuivers op de wagens en vullen ze met tonnen zout. Zaterdag wordt er nog preventief gestrooid, maar zondag werken ze met ‘man en macht’ om de wegen schoon te krijgen.

Pieter Stoop rijdt zondagnacht om 03.00 uur in een grote strooiwagen met sneeuwschuiver vanaf de Zwarteweg richting de kern van Noordwijk Binnen. Samen met een andere grote strooiwagen, twee kleine strooiwagens en twee tractors met borstels proberen ze de hoofdwegen en fietspaden begaanbaar te maken. Ook worden ze ondersteund door Meerlanden en Gebr. Van der Putten. Stoop strooit tot 40 gram zout, maar er is ‘geen doorkomen aan’. Na een dienst van bijna 13 uur wordt hij afgewisseld door zijn collega’s.
Door de harde wind ontstaan er sneeuwheuvels, waar niet tegenop te schuiven is. Om 22.00 uur besluit de coördinator om Schouten en zijn ploeg terug te roepen. Schouten heeft er dat weekend al 30 uur op zitten, alle andere gladheidscoördinatoren zijn ziek. Hij duikt snel zijn bed in, want hij moet om 3.00 uur weer aan de slag.
Maandagochtend gaan de mannen weer vol goede moed aan de slag. De kleine wagens vallen samen met de tractors met borstels de sneeuw op de fietspaden aan en de grote wagens gaan de hoofdwegen weer op. ‘Het leek erop of we het niet onder controle kregen’, zegt Schouten. De strooiwagens hebben moeite om door de sneeuw heen te ploegen. Eén van de wagens stond zelfs vast op de Northgodreef. Schouten besluit om die weg tijdelijk af te sluiten.
Tot zijn opluchting kwam dinsdag langzamerhand ‘de zwarte slang’ tevoorschijn, de strook asfalt die weer zichtbaar wordt. ‘Het geeft een kick’, zegt Stoop.
Hij voelt de verantwoordelijkheid van zijn werk. Een paar jaar terug ontstond er door de gladheid een groot ongeluk in Noordwijkerhout. ‘Het doet toch wat met je’, spreekt Stoop uit. Hij baalt er dan ook van dat niet iedereen zijn werk waardeert. Hij is zelfs tijdens zijn werk met de dood bedreigd. ‘Ik riskeer mijn eigen leven. Als ik word opgeroepen, moet ik over de gladde wegen naar de strooiwagen rijden.’
In de app fixi zijn al 146 klachten binnengekomen. ‘Mensen snappen niet dat we vaste routes hebben en dat de wijken als laatste aan de beurt zijn’, geeft de gladheidscoördinator aan. De mannen pakken eerst de hoofdwegen en toegangswegen aan. Toch zien de mannen dat er ook waardering is voor hun werk. Voetgangers, automobilisten en buschauffeurs steken regelmatig hun duim omhoog naar de mannen.
Nu de hoofdwegen onder controle zijn, pakken Schouten en zijn team de wijken en oversteekplaatsen aan. Ze krijgen hulp van ambtenaren uit de buitendienst. ‘Het gevaarlijkste moet nog komen’, vertelt Stoop. Volgende week gaat het overdag dooien en ’s nachts vriezen, de weg wordt spekglad. Het werk van de mannen van het zout gaat dus nog even door.